Kaartscherm wijzigen¶
U kunt de kaart in het hoofdscherm wijzigen door de kaart te scrollen, in te zoomen, te centreren en te roteren.
Scrollen¶
Om de kaart te scrollen moet u een vinger op de kaart houden. Wanneer u uw vinger beweegt, wordt de kaart ook verplaatst. U kunt de kaart ook verplaatsen door snel met uw vinger op de kaart te vegen.
Zoomen¶
U kunt de kaart op twee manieren in- of uitzoomen:
Inzoomen: Tik met één vinger onderaan de kaart. Of houd twee vingers op de kaart en breng ze samen.
Uitzoomen: Tik met één vinger boven aan de kaart. Of houd twee vingers op de kaart en verplaats ze van elkaar.
Op een gegeven moment is het niet mogelijk om verder in te zoomen. Als u extra zoom wilt inschakelen, kunt u dit doen door de instelling Menu > Meer > Instellingen > Kaart > Extra inzoomen in te schakelen. Het nadeel is dat de kaart dan korrelig wordt als je ver inzoomt.
Centreren¶
Door op het positiemarkericoon linksonder in het hoofdscherm te tikken, wordt de kaart gecentreerd op uw huidige locatie. Een voorbeeld is te zien in onderstaande afbeelding.

Een gecentreerde kaart.¶
Als u beweegt, blijft de kaart automatisch gecentreerd. De kaart beweegt automatisch mee met uw beweging.
De kaart blijft automatisch gecentreerd zolang u de kaart niet handmatig verplaatst. Om in of uit te zoomen terwijl de kaart gecentreerd blijft, tikt u onderaan of boven aan de kaart. Door met twee vingers te zoomen, wordt de automatische centrering geannuleerd.
Het centreren van de kaart op je locatie werkt alleen als je Topo GPS-toegang hebt gegeven tot je locatie. Je kunt dit doen in de instellingen-app. Ga naar Instellingen > Privacy > Locatievoorzieningen > Topo GPS.
Als u de kaart op uw locatie hebt gecentreerd, wordt het positiemarkericooon op het dashboard gewijzigd in een rotatiepictogram.
Als je een toetsenbord gebruikt, kun je ook op ‘c’ tikken om de kaart te centreren.
Roteren¶
U kunt de kaart op twee manieren draaien, automatisch en handmatig.
Automatische rotatie¶
Door eenmaal op het positiemarkericoon linksonder in het scherm te tikken, verandert het icoon in een rotatieicoon zoals u kunt zien in de onderstaande afbeelding. Als u op dit rotatieicoon tikt, wordt de kaart automatisch in uw richting gedraaid.
De kaart wordt zo gedraaid dat de bovenkant van de kaart aangeeft in welke richting u uw apparaat richt als u stilstaat. Als u beweegt, geeft de bovenkant van de kaart de richting aan waarin u beweegt. Een voorbeeld is te zien in onderstaande afbeelding:

Een geroteerde kaart.¶
Het draaien van de kaart kan handig zijn als u een route volgt. Links en rechts op de kaart zijn dan ook links en rechts in werkelijkheid. Daarnaast blijft de positiemaker gecentreerd op de kaart.
Als de kaart niet in de juiste richting wijst als u stilstaat, moet u mogelijk het kompas van uw toestel kalibreren. Draai hiervoor je apparaat drie keer rond een fictieve lijn van het midden van de onderkant naar het midden van de bovenkant van je apparaat. Draai je apparaat vervolgens drie keer rond een fictieve lijn die loopt van het midden van links naar het midden van de rechterkant van je apparaat. Draai het apparaat vervolgens drie cirkels met het scherm naar boven gericht.
Als de kaart wordt gedraaid, verschijnt er linksboven in het scherm een noordpijl. Deze pijl geeft de richting van het ware noorden aan op de kaart. Als u op deze pijl drukt, wordt de rotatie geannuleerd.
U kunt rotatie annuleren door op de positieknop op het dashboard te drukken.
Als u de kaart verplaatst of met twee vingers inzoomt, wordt de automatische rotatie uitgeschakeld. De huidige rotatiehoek verandert dan niet meer en de kaart wordt niet langer gecentreerd op je huidige locatie. Om de kaart in of uit te zoomen terwijl de automatische rotatie actief blijft, tikt u op de onder- of bovenkant van het kaartscherm.
Handmatige rotatie¶
Als u twee vingers op het scherm plaatst en een draaibeweging maakt door de twee vingers met de klok mee of tegen de klok in te bewegen, wordt de kaart rond het punt gedraaid dat zich tussen de twee vingers bevindt. Een voorbeeld van een geroteerde kaart wordt weergegeven in de bovenstaande afbeelding. Je kunt de kaart in elke gewenste richting draaien.
Als de kaart wordt gedraaid, verschijnt er linksboven in het scherm een noordpijl. Deze pijl geeft de richting van het ware noorden aan op de kaart. Als u op deze pijl drukt, wordt de rotatie geannuleerd.
Als u op de kaart inzoomt of de kaart verplaatst, blijft de kaart gedraaid.
Handmatige rotatie kan worden geannuleerd door op de noordpijl te drukken. Het is ook mogelijk om de rotatie ongedaan te maken door handmatig terug te draaien naar de normale situatie.
Lang indrukken¶
Als u lang op de kaart drukt, verschijnt er een icoon dat u naar een bepaalde locatie kunt slepen. Als u het loslaat, kunt u op die locatie een waypoint maken. Als u per ongeluk lang op de kaart hebt gedrukt, sleept u het icoon naar de boven- of onderkant van het hoofdscherm. Het icoon verdwijnt en het scherm voor het maken van een waypoint wordt niet weergegeven.
Als u een tweede vinger op de kaart legt nadat het pictogram voor het maken van een waypoint is verschenen, wordt de kaartliniaal weergegeven. U kunt de kaartliniaal gebruiken om afstanden en hoeken te meten.